PvdA wil af van omroepverenigingen
HILVERSUM – De PvdA wil af van het omroepbestel zoals dat nu bestaat. Dat zei Tweede kamerlid Martijn van
Dam bij een partijdebat in Hilversum. Hij liep gisteren vooruit op het debat vandaag in de Tweede Kamer over het medialandschap.
Van Dam: “De negen grote omroepen moeten drie sterke non-profit-organisaties worden.”
Als het aan de PvdA ligt moeten de omroepverenigingen zoals ze nu bestaan worden afgeschaft. Parlementariër Martijn
van Dam wil de negen verenigingen omtoveren tot drie sterke mediabedrijven. Die krijgen dan overheidssubsidie en mogen niet
uit zijn op winstbejag. Deze zogenaamde non-profit-omroepen zijn geen staatsnetten zoals nu met Nederland 1, 2 en 3. Maatschappelijke
organisaties als het Rode Kruis, maar ook De Volkskrant kunnen op die manier zich verenigen en programma’s maken. Van
Dam kon niet zeggen hoeveel publieke netten er voor de drie nieuwe zenders nodig zijn. Onduidelijk bleef ook welke organisaties
bij de PvdA kans maken op een eigen omroep. “Dat hangt af van het budget. De negen grote omroepen zoals nu zijn in ieder
geval niet te betalen.”De PvdA wil naast de non-profit omroepen de NOS als staatszender aanhouden.
Volgens Van Dam is de vernieuwing in het omroepbestel hard nodig: “We moeten af van de versnipperde en verzuilde omroepen.
We leven niet zoals vijftig jaar geleden. De samenleving is veranderd.” Het verouderde bestel is niet de enige reden
voor de Partij van de Arbeid voor een nieuw mediabeleid. De teleurstellende kijkcijfers ten opzichte van de commerciële is
een belangrijk motief om het publieke bestel te vernieuwen. “We moeten wat doen. We kunnen niet met dure omroepverenigingen
doorgaan. Als we niets doen, dan kijkt er op een gegeven moment niemand meer naar de publieke netten.”
De plannen van de PvdA zorgden voor de nodige verontwaardiging bij het debat. Tal van bekende en minderbekende genodigden
hakten op het plan in. Vera Keur, omroepvoorzitter van de VARA, schrok erg dat sociaal-democraten van de “maatschappelijke
verankerde” omroepverenigingen af willen. “We zijn net af van de achterkamertjes en de koffie met cake bij de
omroepen. We hebben de nieuwste technologieën en we werken ook niet zoals vijftig jaar geleden.” Toch bleef de vraag
hangen wat omroepverenigingen dan toevoegen. Keur: “Een vereniging heeft voor veel mensen nog maatschappelijke waarde.”
Walter Etty, een van de oprichters van de Nieuwe Omroep, had vooral kritiek dat de NOS gespaard blijft bij de omroepplannen
van de PvdA: “Waarom schaf je dan de NOS ook niet af?” Van Dam reageerde daarop dat de NOS een uitzonderingspositie
heeft. “Je vindt niet snel een goede vervanger voor de berichtgeving van de NOS.”
Naarmate het debat vorderde kwam pas duidelijk aan het licht waar de Non-profitorganisaties aan moeten voldoen volgens de
Sociaal-democraten. Van Dam wil dat het journalistieke onafhankelijke mediabedrijven worden. Daarnaast moet er een cultureel
aanbod zijn. Uit de zaal kwam de vraag of er ook nog amusement te zien is bij de nieuwe zenders. Van Dam: “Entertainment
moet je niet los zien van cultuur. Beide kunnen goed samen gaan.” Ondanks de aanhoudende kritiek van sommige PvdA’ers
heeft Van Dam vertrouwen in het nieuwe mediabeleid van zijn partij. “De belastingbetaler krijgt waar voor zijn geld.
De versnipperde publieke zenders krijgen met onze plannen een duidelijk gezicht. Wij gaan voor onafhankelijke journalistieke
programma’s.”
Esther Vergeer: "Ik doe gewoon mijn ding"
Rolstoeltennisster Esther Vergeer (22) heeft al vele titels op haar naam staan. Het begon allemaal bij een plaatselijke
tennisvereniging. In 2002 werd zij uitgeroepen tot sportvrouw van het jaar. Dit jaar heeft zij zo’n beetje alles gewonnen
wat er te winnen valt. Wat drijft haar? “Ik doe gewoon mijn ding”.
Je wint de Paralympics. Je bent nummer 1 op de wereld ranglijst.Je wordt bekend. Hoe voelt dat?
Na de Paralympics in Sydney kwam er meer nationale aandacht. Het is raar om bekend te zijn . Ik heb
al veel interviews gedaan. Iedere keer standaard vragen.
Zoals?
Mensen willen weten hoe ik in een rolstoel terecht ben gekomen en hoe ik met tennis in aanraking kwam. De media
komt om het verhaal aan te horen terwijl ze het eigenlijk allang weten. Dat is vervelend. Ik zie mezelf niet als een bekende
Nederlander. Maar iedereen die gehandicapten sport kent, heeft wel eens van Esther Vergeer gehoord. Als ik tijdens openingen
tussen Pieter van de Hoogeband en Leontine van Moorsel sta, voel ik me er niet echt tussen horen. Misschien lever ik wel dezelfde
prestaties, maar zij zijn grootheden en zo zie ik mezelf nog niet.
Word je veel herkend?
Wel steeds meer. Mensen vragen dan om mijn handtekening. Dat vind ik leuk, want het betekent dat steeds meer
mensen gehandicaptensport accepteren.
Wat voor invloed heeft het op je leven als je bekend bent?
Mensen herkennen je wel, maar het heeft niet echt invloed op iets. Het is niet zo dat je meer dingen geregeld
krijgt. Een tijdje terug heeft een PR-bureau een publiciteitsstunt uitgehaald: we hebben geprobeerd om me in te schrijven
voor premières waar sterren komen. We kregen hier geen reactie op. Ik vind dat ik daar nog niet thuis hoor, misschien als
ik goed presteer in Athene. Soms krijg ik korting op producten, zoals laatst toen ik een navigatiesysteem voor mijn auto kocht.
Sinds kort onderhoud ik een eigen website, een man had in het gastenboek geschreven dat alle gehandicapten uitgeroeid moesten
worden. Dat is gewoon ziek.
Ben je veranderd? (voor je omgeving)
Nee, ik heb wel weinig tijd voor vrienden. Maar dat begrijpen ze, het hoort er nu eenmaal bij. Het is jammer
dat ik minder tijd heb voor leuke dingen. Je moet nu alles plannen. Het impulsieve mis ik. Daar heb ik het in het begin moeilijk
mee gehad maar nu is het vanzelfsprekend.
In 2002 werd je uitgeroepen tot sportvrouw van het jaar, wat betekende dat voor jou?
Ik heb in 2001 ook een prijs ontvangen. Deze werd tussen neus en lippen uitgereikt. De NOS wilde gehandicaptensport
niet als officieel onderdeel erkennen. Ik voelde me echt voor lul staan op het podium, iedereen kwam nog binnen. Doe het goed
of niet. Later is er veel ophef over ontstaan door de media en valide sporters. In 2002 kwam daar verandering in, de NOS heeft
het toen goed gemaakt ten opzichte van het jaar ervoor. Gehandicaptensport is toen pas geaccepteerd in Nederland. Na zolang
vechten voor erkenning eindelijk een officiële prijs, dat voelde goed. Sinds dien krijgt gehandicaptensport meer aandacht
van de media. Rolstoeltennis zal nooit de aandacht krijgen die voetbal nu heeft. Dat moet je maar accepteren. Zolang de aandacht
ieder jaar een stapje groter wordt, is het goed.
Je hebt al veel bereikt. Pas terug uit San Diego waar je de US Open hebt gewonnen. Wat wil je nog meer bereiken?
Mijn doel is om goud te halen volgend jaar bij de Paralympics in Athene. In het tennisspel zelf wil ik aanvallender
spelen en meer variatie brengen in het spel. Ik weet dat ik beter kan. Zolang ik die uitdaging zie blijf ik tennissen. In
maart heb ik gezwommen met dolfijnen. Het was een geweldige ervaring. Het zijn fascinerende wezens. Ik voelde een band met
ze. Ik zou graag nog eens met ze in het open water willen zwemmen. Er is dan geen garantie van contact met de dieren, maar
dat risico durf ik wel te nemen.
Wil je een voorbeeld voor gehandicapten zijn?
Ik heb het stempel al, als Ambassadrice van de gehandicaptensport. Ik wil de functie wel hebben, maar niet die
titel. Zo zwaar zie ik het niet. Ik doe gewoon mijn ding. Als ik daarmee een voorbeeldfunctie voor anderen ben is dat mooi
meegenomen. Sinds kort heb ik “Hands Up” opgericht. Deze stichting gaat langs revalidatiecentra, daar
geef ik les aan kinderen. Ik wil hun laten zien dat er meer mogelijkheden zijn en dat je het niet somber in moet gaan zien.
Uit eigen ervaring weet ik hoeveel ik aan rolstoelsport gehad heb. Het is belangrijk dat ik dat voortzet.”
Hoofddoek als toiletpapier?!
Talkingheadz brengt jongeren in gesprek gesprek
AMSTERDAM - “Ooh ik hoop echt dat ik met Bryce op de foto kan!”, roept een meisje met een rode hoofddoek.
Aan haar arm heeft ze een vriendin die net nog even haar lippen stift. Groepjes meisjes met en zonder hoofddoek staan voor
de deur van cultureel centrum de Meervaart. Een portier houdt twee jongens tegen die over de rode loper lopen. Eerst moet
er gecontroleerd worden of ze op de gastenlijst staan. Het gaat hier niet om een filmpremière, maar om de opening van een
nieuwe jongerensite: ‘Talkingheadz.nl’
Security
“Belachelijk dat ik word gefouilleerd!’’, zegt een meisje dat onbegrip toont voor het lange wachten. Ze
staat bij twee beveiligingsagenten die iedereen controleren. Jongens en meisjes praten druk door elkaar heen. Zakken worden
leeggehaald en tassen worden omgekeerd, zodat alle inhoud eruit valt. “Deze veiligheidsmethoden zijn er niet voor niks”,
zegt Ineke de Vries een medewerkster van de Meervaart. Enkele maanden geleden waren er jongens die met messen op zak liepen
en jongeren bedreigden. De Vries: “Het is jammer dat dit nodig is, maar veiligheid gaat voor.”
Multicultureel
Talkingheadz moet jongeren activeren, motiveren en tot nadenken brengen over hun bijdrage en positie in de multiculturele
samenleving, meent De Vries. In de middag wordt de film “De Multiculturele Buurt” vertoond. Hierin zijn interviews
met ouderen en jongeren uit Amsterdam-West over geloof en beeldvorming te zien. Ook vindt er een debat plaats over de hijab
ofwel de hoofddoek. Ondanks alle aandacht voor het onderwerp, komen hoofddoekdraagsters te weinig aan het woord, meent De
Vries.
Toiletpapier
De zusjes Haljar (17) en Ibtissam (19) dragen geen hoofddoek en zijn via de media cursus “Be at the media” hier
gekomen. “Hier leer je met een camera omgaan en monteren”, vertelt Ibtissam. Voor de dood van Theo van Gogh had
ze een korte film gemaakt over een meisje met een hoofddoek, die haar hoofddoek als toiletpapier gebruikte. “Het was
gewoon een grappig filmpje”, zegt Ibtissam: “Ik ben bang voor de reacties van mensen, het ligt nu allemaal te
gevoelig.”
Agressief
“Ik merk dat een hoofddoek succes in de weg staat”, zegt Yasmina, een meisje zonder hoofddoek tijdens het debat.
Zij vertelt dat ze voor haar opleiding Toerisme anders werd behandeld doordat ze een hoofddoek droeg. “Toch kun je wel
jezelf zijn met een hoofddoek”, zegt Yasmina. Het geluid in de zaal is slecht, waardoor niet iedereen goed te verstaan
is. Het publiek doet actief mee. Columniste Ebru Umar shockeert: “Waarom draagt een weldenkend mens een hoofddoek die
haar hersenen bedekt?” De stemming in de zaal wordt een beetje agressief. Het is tijd voor een pauze.
Hijab
Latifa (16) gelooft niet dat het dragen van een hoofddoek succes in de weg staat. Om Umars opmerkingen kan zij alleen maar
lachen. “Dat mens is niet goed wijs!” Latifa wordt wel eens raar aangestaard op straat. Het doet haar weinig.
Ze heeft het gevoel dat mensen haar na de moord op Theo van Gogh meer nakijken. Na de moord, kreeg ze één keer een rare opmerking
naar haar hoofd geslingerd. “Zeker weer zo’n hoofddoek die hem vermoord heeft”, zei een jongen van haar
school. Ze voelde zich niet aangesproken, want ze had niets met de moord te maken. Latifia draagt sinds een half jaar een
hoofddoek. Bedreigd voelt ze zich nooit, Latifa: “Ik ben trots op mijn hijab.”
Breakdance
“Geweld is zinloos, zinloos”, rapt de band THC. Jongeren in de zaal maken met hun vingers een peace teken. Het
optreden van THC zorgt voor een leuke sfeer in de zaal. Jongens en meisjes dansen op de beats van de muziek. Bij een paar
breakdance pasjes klinkt gejoel en applaus. De gespannen sfeer vliegt weg met de noten.
De site wil door discussie, creativiteit, humor en maatschappelijke issues in een webpagina een platform zijn voor de
Europese Jeugd. Talkingheadz is opgezet in het Nederlands, Frans en Engels en bestaat uit de digitale stripverhaalmaker, het
forum en achtergrondinformatie. Met de stripverhaalmaker kan iedereen korte stripverhalen maken waarmee zij reageren op de
stelling van de week. Zo kunnen jongeren uit oa Amsterdam, Parijs, Londen en Brussel kunnen hun mening geven. Talkingheadz
is het initiatief van stichting Butterfly Works, die zich bezig houdt met het ontwikkelen van multimedia projecten en Stedelijk
Jongerenwerk Amsterdam.
Rozengeur & pepermuntthee
Al je zintuigen worden verleidt..
UTRECHT - Rozenwater sprankelend over de handen. Een Marokkaanse gewoonte om gasten welkom te heten. De muurschildering bij
de ingang van Muziekcentrum Vredenburg doet alles behalve Nederlands aan. Exotische figuren en kleurrijke strepen op de normaalgesproken
grijze muur. Voor een dag is het centrum omgetoverd tot een Marokaanse Souk (markt). Marokkanen én Nederlanders proeven op
de markt van de Noord-Afrikaanse cultuur. Alle zintuigen worden verleidt. Je handen zijn nog niet gedroogd van het rozenwater
of de neus wordt geprikkeld door de geur van pepermunt.
De gasten drinken mierzoete muntthee in het restaurant dat verandert in een Marokkaans theehuisje. Versierd met Marokkaanse
lampen, poefjes en kussentjes.. De markt is een onderdeel van de Marokko Expres. Een culturele zondag in het teken van Marokkaanse
kunst en cultuur. Een van de redenen voor de dag is de 400-jarige betrekking tussen Nederland en Marokko, toch verbazen heel
wat Nederlanders zich nog steeds dat de muntthee gratis geproefd kan worden. “Oh meissie, wat gastvrij zijn de mensen
hier!” roept een jonge blonde vrouw met Utrechts accent. Ze hapt van een amandelkoekje in bladerdeeg. "Heerlijk die
kabam!'' Trommelgeluiden voeren de vrouw naar een Woestijntent. Een man in Arabische klederdracht duwt voor de tent een reisfolder
in haar hand. “Ik wil wel naar Marokko”, roept de vrouw met volle mond tegen de Arabier. De man heeft geen aandacht
voor de vrouw en deelt, zonder succes, nog meer folders uit van goedkope vluchten.
In een muzikale vogelvlucht vliegt de band Salon Andalous tussen twee culturen. De Spaanse flamencospelers van NLMUNDO en
de Marokkaanse mannen van Ismailia zorgen voor een interessant muziekspel. De gevoelige snaren zorgen voor een doodstil publiek.
De grote zaal in Vredenburg waar tweeduizend mensen in kunnen, zit helemaal vol. Opvallend is dat er ook veel Nederlandse
gezinnen
bij de Souk zijn. Een man en zijn twee zoontjes proberen tevergeefs in de volle zaal een plekje te vinden. Na minuten zoeken
zien ze een plaatsje maar twee Marrokaanse zusjes zijn hun voor.
Vanaf hun stoeltjes luisteren de zusjes Najoua (20) en Yamila (22) El Hadaoui naar de echo-achtige flamenco klanken. Yamila
vindt het geweldig, Najoua houdt meer van R&B. "Laten we naar Jammal Hammit gaan, misschien hebben ze daar goede muziek.
Bij de stand liggen oude bandjes en gebruikte cd's. El Walid Minoun is echt goed, net de Marokkaanse Bob Dylan. Milouda is
ook erg hip, zij zingt over liefde en verlangens'', roept Najoua enthousiast. "Ze komen uit het atlasgebergte van Marokko,
maar wonen in Nederland. Toch zijn ze in Marokko ook succesvol.” Eigenlijk komen de twee Marokkaanse zussen niet voor
de muziek. “We zijn net naar Arabische trouwjurken wezen kijken van modehuis Monde de Reve. Echt romantisch joh!”
Sprookjesachtige zijden jurken van dieppaars tot tourquize. Nora El
Ghazouani (23) ontwerpt en maakt bruidsjurken voor het modehuis. Gemiddeld wisselt een bruid vier a vijf keer van jurk op
een Marokkaanse bruiloft, vertelt El Ghazouani in haar zelfontworpen blauwe prinsessenjurk. Alle bruidsjapons die mensen bij
haar bestellen worden in Marokko nog altijd met de hand gemaakt. Ze vertelt geïnteresseerden enthousiast over de nieuwste
ontwikkelingen en trents. "Je ziet in de jurken een combinatie van Oosters en West, vroeger waren bruidsjurken in Marokko
veel degelijker. Nu zijn ze ook iets bloter en eleganter.”
De bruidswinkel is een van de weinige plekken waar niet wordt gegeten of gedronken. Bij de Nederlandse Roel le Large van Elto
Wijnimport kunnen bezoekers bij de uitgang proeven van een Marokkaanse specialiteit. Esa Bahia, een witte wijn smaakterg fruitig.
Le Large vertelt dat Moslims best mogen drinken. In de koran staat alleen dat moslims niet onbekwaam mogen zijn bij het lezen
van de koran. Vandaar dat ze volgens de handelaar doen alsof ze geen alcohol mogen. "Maar ze drinken wel degelijk wijn, bier
en whiskey,'' zegt Le Large.In zijn slijterij aan de Kanaalstraat kopen moslims regelmatig een wijntjebij hem uit Marokko,
Algerije of Tunesie. De Marokkaanse dag legt de winkelier geen windeieren. “Nederlanders kopen vandaag massaal mijn
Marokkaanse wijn. Ik heb nog nooit zoveel flessen verkocht. Dit is in ieder geval voor mijn omzet een geslaagde dag!”
|