Een reis in de tijd. Het is januari 2012. Beschrijf (in de ik-vorm, in tegenwoordige tijd) een dag uit je leven, met de nadruk
op je werk. Probeer een realistisch verhaal te maken.
In 2012 werk ik op een gezellige redactie van een mannen- of vrouwen glossy. Het lijkt me leuk om me bezig te houden met lifestyle
en human interest verhalen. Nu freelance ik al voor Hitkrant en dat bevalt me erg goed. Wie weet werk ik daar over 5 jaar
nog, als het goed bevalt. Ook zou ik graag een tijdje in het buitenland willen werken. Bijvoorbeeld in Londen of New York,
mijn favoriete steden. ’s Ochtends sta ik om zeven uur op om een rondje te joggen in Central Park of Hyde Park. Daarna
stap ik onder de douche en neem ik snel een ontbijtje. Onderweg naar de redactie lees ik het laatste nieuws in de metro. Op
kantoor aangekomen check ik mijn mailtjes en beantwoord die. Mijn baas komt binnen en vertelt me dat een bekende acteur vanavond
voor een première naar Londen komt. Of ik hem misschien wil interviewen? Dol graag! Ik ben al jaren fan van hem. Voordat ik
me op het interview kan voorbereiden, moet ik eerst vergaderen met de redactie over het nieuwe nummer. Daarna pleeg ik wat
telefoontjes met het management van de acteur om de afspraak te bevestigen. Ook wordt ik meteen uitgenodigd voor de afterparty
van de première. Ik mag mijn beste vriendin meenemen. Dan is het lunchtijd, ik ga met mijn collega’s een sandwich eten
en bespreek de belevenissen van het afgelopen weekend. Na de lunch ga ik aan de slag voor het interview. Ik doe research op
internet en maak gebruik van geschreven bronnen en filmpjes op o.a. You Tube. Ook bedenk ik originele invalshoeken voor het
gesprek. Rond 17.00 uur ga ik nog even de stad in om een leuke jurk te scoren. Ik wil natuurlijk wel goed voor de dag komen
bij die leuke filmster. Het is 20.00 uur als ik het hotel binnen stap, waar het interview wordt gehouden. Ik moet een half
uurtje wachten voordat ik aan de beurt ben, het gesprek er voor liep uit. Dat half uurtje wordt een uur. Pfff. Ik begin me
een beetje te vervelen en blader in een glossy. Maar ik ben alles vergeten als ik de kamer in stap en in de ogen kijk van
mijn jeugdidool. Hij is nog leuker dan op het witte doek. Wat heb ik toch een vervelende baan ;-)
|